Verlegenheid? Geen asociale zwakte, maar een intuïtieve (hechtings)kracht!
“Ze is wel verlegen, hè?”. Terwijl mijn dochter zich verstopt achter mijn been, werpt een gesprekspartner mij deze woorden toe. Ik ‘proef’ een negatieve ondertoon. Alsof het iets slechts is. Klopt: jaren is mijn dochter voorzichtig geweest in contact leggen met anderen. Kids en volwassenen buiten haar inner circle. Zo was de start op school een grootse bedoeling, speelden speelafspraakjes zich alleen in mijn bijzijn af en waren kinderfeestjes tot en met groep twee überhaupt een no-go. Verlegen? Ja. Fout? Allesbehalve. Als je het mij vraagt tenminste. Én de natuur trouwens…
Waar het ene deurtje dicht gaat…
Bekijken we verlegenheid door de bril van hechting, dan vervult het een belangrijke rol. Het sluit de deur naar ‘gevaar’ - en houdt de deur naar ‘veiligheid’ open. Denk aan verbinding met zorgdragers zoals ouders, familieleden en leraren. Als ouder ben ik groot fan van het gedachtegoed van Gordon Neufeld. Als ontwikkelingspsycholoog (met specialisme in hechting tussen ouders en kinderen) stelt hij dat verlegenheid geen zwakte is, maar juist een (hechtings)kracht. Hij bevestigt dat een verlegen kind de tijd en ruimte neemt om zich te hechten aan de personen die voor hem/haar belangrijk zijn. En inderdaad: op die manier zichzelf af te schermen voor ‘vreemdengevaar’. Ze kunnen het vaak niet (goed) verwoorden, dus zijn handelingen als ‘verstoppen’, ‘gekke bekken trekken’ of ‘wegkijken’ hun maniertjes om te vertellen dat ze zich niet veilig voelen. Wat mij betreft een fantastische intuïtieve oerkracht. Van mijn dochter dus, maar ook van alle andere kinderen die verlegen zijn. Maar toch: waarom wordt deze kracht dan zo vaak bestempeld als probleem?
“Hallo, een kind hoort toch gewoon gedag te kunnen zeggen?”
In een maatschappij waarin sociaal ‘aan’ staan de norm lijkt te zijn, wordt verlegenheid vaak gelabeld als ‘asociaal’ of ‘onbeleefd’. Want hallo: een kind hoort toch gewoon gedag terug te zeggen tegen die schoolpleinmoeder? En kom op zeg: deze kan toch prima antwoord geven op die vraag van die voorbijganger in de supermarkt? Je weet wel: zodat zoon- of dochterlief straks de juiste vriendjes maakt? Niet buiten de boot valt? En (later) vooral heel sociaal en benaderbaar is? Spoiler alert: wist je dat verlegenheid juist zórgt voor deze zaken? En dat gebrék aan verlegenheid juist kan leiden tot het tegenovergestelde? Ga ik je uitleggen!
Echt waar: verlegen kids gaan gezondere relaties aan
Terug naar mijn ‘grote vriend’ Neufeld. Hij die net als ik dus geen voorstander is van je kind de wereld induwen, om zo (onder dwang) ‘gezellig’ een potje te gaan socializen. “Hoe meer tijd jonge kinderen met elkaar doorbrengen, des te kleiner de kans is dat ze met elkaar overweg kunnen en in deze burgermaatschappij passen”, aldus Neufeld. Hij zegt eigenlijk dat als een kind wat meer van die ruimte vrijhoudt voor relaties met verzorgers (volwassenen in de inner circle), deze vanzelf leert hoe hij/zij op zijn/haar eigen manier beschaafd en sociaal kan zijn. De kans is zelfs vele malen groter dat ‘ie gezondere relaties ontwikkelt met leeftijdsgenoten en andere volwassenen, omdat de ‘innerlijke gids’ beter ontwikkeld is. Deze beoordeelt welke leeftijdsgenoten kunnen groeien naar goede vrienden - en welke volwassenen naar vertrouwelingen. Kom ik weer: wát een superkracht!
De ‘wanneer’ en ‘waarom’ van verlegenheid
Oké, weer even een stapje terug in de tijd. Want wanneer is verlegenheid eigenlijk zichtbaar? En waarom ontstaat het? Deze instinctieve ‘kracht’ ontwikkelt zich tussen de vijfde en zesde levensmaand. Hét moment dat gevoelens van angst bewust gevoeld kunnen gaan worden. Denk maar eens terug aan je eigen kids (als deze al wat ouder zijn). Heb je deze zich heel verlegen zien gedragen in de eerste maanden? Of ging het schakelen tussen/met personen vrij soepel? Grote kans dat je bevestigend ‘ja’ knikt op de laatste uitspraak. Velen met jou trouwens, want pas na deze gemiddelde periode richt het brein zich op de personen die het meest inspeelden op de zorgbehoeften. En zal het brein zich dus ook gaan beschermen tegen ‘vreemden’. Zo kan je kind zich bijvoorbeeld heel sterk afsluiten voor iemand. Weigeren een gesprek aan te gaan. Of zelfs gaan huilen of wegrennen bij een bepaalde vorm van interactie. In deze ‘beginfase’ van verlegenheid worden vaak alleen de mensen geaccepteerd die primair aanwezig waren in de eerste maanden. Iets wat ikzelf juist heel mooi vind. Het getuigt van verbinding, verdieping en vertrouwen. Iets wat je kind bij een vreemde simpelweg niet hóórt te voelen. Sterker nog: dat zou zelfs een beetje gek zijn, niet?
Hoort je kind verbinding bij een vreemde te voelen?
Kijk ik naar mijn eigen kids, waaronder dus mijn dochter, dan waren mijn oudste en middelste best verlegen in hun opgroeien. Ook de jongste laat tekenen van verlegenheid zien - en dan met name bij nieuwe (= vreemde) mensen. Hét bewijs dat verlegenheid een functie heeft! Is jouw kind ook verlegen en vind je dat soms lastig? Probeer het dan inderdaad eens door die bril van ‘hechting’ te bekijken, waar Neufeld dus over spreekt. En probeer vervolgens de situatie dan eens hélemaal om te draaien. Wat nou als jouw kind zich makkelijk en zonder problemen hecht aan die vreemde man op de hoek? Die onbekende vrouw in de dierentuin? Of die nieuwsgierige local op vakantie? Dat zou betekenen dat deze zich bij iedereen op zijn gemak voelt, er geen ruimte is voor gevoelens van ‘gevaar’ en de kans zelfs bestaat dat ‘ie mis-matchende, gevaarlijke of zorgwekkende verbindingen aangaat. Want: wat is verbinding waard - als iemand niet past bij jou als persoon? Niet het beste met je voor heeft? Of simpelweg totaal andere waarden heeft?
Eerst jezelf leren kennen, dan die ander
Voordat je überhaupt kan bepalen of een kind/volwassene bij jou past, dezelfde waarden naleeft en het beste met je voor heeft, is het belangrijk om eerst jezélf te leren kennen. En hoe slim en snugger onze kids ook zijn, zo ver zijn ze nog helemaal niet op hun jonge leeftijd. Dat is namelijk precies wat ze leren in hun inner circle. Die veilige haven dus. Het is zelfs zo dat jonge kinderen helemaal geen diepe relaties met andere kids nodig hebben om te groeien. Ze hebben diepe connecties nodig met hun zorgdragers (volwassenen). Samen met hen leert het kind ontdekken wie hij/zij is. Informatie die nodig is, voordat ze een goede vriend voor een ander kunnen zijn - en de juiste vrienden kunnen aantrekken. De focus van jonge kinderen zou moeten liggen op hun eigen behoeften, dromen en verlangens, voordat de focus op andere kindjes ligt. Laat ik het zo zeggen: verlegenheid houdt de focus scherp op persoonlijke ontwikkeling. Het voorkomt dat de aandacht verschuift naar ándermans behoeften, dromen en verlangens. En het dus ongewild de eigen ontwikkeling gaat beïnvloeden. Lees: het geeft ruimte aan de ontwikkeling van authenticiteit.
Onderzoek bewijst: verlegenheid kán erfelijk zijn
Of je kind verlegen is, kan verschillende oorzaken hebben. Een daarvan is erfelijkheid. Ben of was jij als ouder ook verlegen, dan is de kans aanwezig dat je zoon of dochter dit ook is/wordt. Jerome Kagan (psycholoog aan Harvard University) ontdekte na meer dan dertig jaar onderzoek dat er een genetische aanleg bestaat om verlegenheid te ontwikkelen. Zo wordt ongeveer vijftien tot twintig procent geboren met een meer ‘geremde’ persoonlijkheid tegenover hun omgeving. Zijn onderzoek vertelt het volgende over deze doelgroep:
Als baby
Meer van streek raken door geluiden. ‘Spannende’ situaties zorgen sneller voor een hogere hartslag dan bij andere kindjes van die leeftijd.Als tweejarige
Een grotere kans om zich te verstoppen achter het been van de ouder/verzorger als een vreemde de ruimte binnenkomt.Als zevenjarige
Sneller alleen spelen. Minder snel leeftijdsgenootjes erbij willen betrekken.Als volwassene
Slechts een kwart van hen vertoont nog steeds kenmerken die in verband staan met deze verlegenheid.
Misfit Mooi mens
Wat het onderzoek van deze Harvard Psycholoog laat zien? Dat het heel aannemelijk is dat een verlegen kind zich als volwassene alsnog ontpopt tot minder of zelfs niet meer verlegen. Zelfs wanneer de omgeving, bijvoorbeeld een leraar, het in de jongere jaren labelt als ‘verlegen’. Of erger: ‘niet sociaal genoeg’ of ‘te teruggetrokken’. Daar wil ik aan toevoegen dat het niet uit zou moeten maken of je kind verlegen is en blijft - of dat dit in de loop der jaren wegebt. Het gaat erom dat deze de ruimte krijgt om eigen grenzen aan te voelen en geven - en zo situaties en mensen aantrekt die bij hem/haar passen. Zich geen ‘misfit’ voelt in deze sociale wereld - maar voelt dat ‘ie goed is zoals ‘ie is. Mét die verlegenheid dus.
Het is jóuw verlangen - niet dat van je kind
Over dat labelen gesproken. Vaak komt zo’n oordeel vanuit een volwassene. En in sommige gevallen zelfs van een (eigen) ouder die het kind niet diep genoeg kent. In mijn ogen is het onwijs belangrijk dat we die verlegenheid bij kinderen gaan zien als een kracht - en als ‘gids’ om zelf de keuze te maken met wie we verbinding aan gaan. Het is immers de manier van de natuur om te vertellen wie je vertrouwt, wie er bij je past en wie (nog even) niet. Ik vind het dus ook een heel verkeerd signaal als een kind dwangmatig uit zijn schulp getrokken wordt. Om deze meer te laten socialiseren, terwijl ‘ie daar duidelijk nog niet klaar voor is. Wat je eigenlijk doet, is het instinct van je kind ontkennen - en volledig tegen zijn/haar gevoel in jóuw verlangen naar de voorgrond trekken. Je maakt hem/haar oncomfortabel met zichzelf en overruled zijn/haar intuïtie. En waarom? Omdat jij als ouder bang bent dat je kind er niet bij hoort? Raar aangekeken wordt? Anderen iets vinden van jouw opvoeding? Jij of je kind als onbeleefd gezien wordt? Of je zoon/dochter op de ‘verkeerde’ boot richting volwassenheid stapt? Dan zeg ik: terug naar de wijze woorden van Neufield, die juist het tégendeel bewijzen. Oftewel: een hele grote ode aan verlegenheid.
Wat is de echte zorg: verlegenheid of gebrék aan verlegenheid?
Wat mij betreft mag de zorg van vandaag dus meer liggen bij ‘gebrek aan verlegenheid’ dan bij ‘verlegenheid’. Waarom? Omdat die verlegenheid dus een hele duidelijk functie van bescherming en hechting heeft. De koers bepaalt voor de relaties die we aangaan. Met onszelf én met anderen. ‘Sociale’ kids krijgen vaak lof voor hun extraverte vaardigheden (“Wauw, knap dat je het voortouw pakt!” of “Goed bezig, dat je als eerste naar voren stapt!”). Toch gaan deze kinderen regelmatig het contact uit de weg met de mensen die juist zorgen voor die sterke hechtingsbasis. Juist: die volwassenen in de inner circle. Deze kids worden sneller aangetrokken tot leeftijdsgenootjes om hun emotionele behoeften te vervullen. En wat gebeurt er als kinderen hun emotionele behoeften laten vervullen door (emotioneel onvolwassen) kids? Vul maar in. ;-) Leeftijdsgenootjes hebben nog niet de kennis en levenservaring die een ouder/zorgdrager wél heeft. Het zijn geen bekwame luisteraars en gerichte probleemoplossers. Maar… geen zorgen: ze zijn wel hard op weg om dit te worden. Het is alleen aan ons als ouders om hen die tijd en ruimte te geven. Niet te hard te duwen. 🙂
Zie, accepteer en ‘omarm’
Weer even terug naar jouw situatie, lezer. Is jouw kind dus verlegen? En vind je het lastig om hiermee om te gaan? Da’s helemaal niet erg - en ook niet vreemd trouwens. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je je (indirect) een beetje gek laat maken door je omgeving. Door alles wat je om je heen ziet. De meest sociale kinderen bijvoorbeeld - of juist ouders die hier alles aan doen. Ik wil je bij deze uitdagen wat minder om je heen te kijken (niet alles is wat het lijkt) - en wat meer naar je kind. Zie, accepteer en ‘omarm’ die verlegenheid met alle kennis die je nu hebt. En nog belangrijker: laat vooral ook aan je kind blijken dat deze verlegenheid er mag zijn. Jij bent immers zijn/haar veilige haven. Hoe meer jij je zoon/dochter de ruimte geeft om zichzelf te zijn, hoe meer deze zelf zal gaan aanvoelen wanneer die verlegenheid nodig is, en wanneer wat minder. Je kind zal een beetje van die verlegenheid bewaren om bepaalde contacten te vermijden - en het andere deel juist ‘zachter’ maken om ervaringen met anderen te delen. Nee, je hoeft je kind dus niét uit die vertrouwde schulp te trekken. De natuur heeft haar eigen manier uitgevonden om dat te doen. Scheelt jou als ouder weer een paar ongemakkelijke situaties - en een hoop tijd.
4 x tips bij het aangaan van belangrijke relaties
Wanneer je de kracht van verlegenheid snapt, zul je minder snel geneigd zijn om er een probleem van te maken. Om tegen die intuïtieve stroming van je kind in te zwemmen. Je zal sneller komen met passende strategieën die deze verlegenheid erkennen en ‘omarmen’, zodat je kind de wereld op zijn/haar eigen manier kan gaan ontdekken. Vriendjes maken gaat dan uiteindelijk vanzelf, zonder dat jij dit forceert. Sommige nieuwe relaties zijn echter belangrijk om niét direct uit de weg te gaan. Connecties met volwassen zorgdragers bijvoorbeeld. Behoefte aan helpende strategieën? Lees en leer:
Focus op verbindende factoren
Nieuwe mensen hebben altijd een introductie nodig, maar zeker bij een verlegen kind. Dring zo een kennismaking niet op (“Zeg eens ‘hoi’!”), maar focus bijvoorbeeld op iets wat ze met elkaar delen (“Wist je dat [naam] net als wij een hele leuke hond heeft?!). Je zal zien dat die overeenkomst (langzaam) de afstand verkleint.Breng over dat de nieuweling ‘veilig’ is
Als jij als ouder laat zien dat je de nieuweling vertrouwt, bijvoorbeeld door het maken van een praatje of samen te lachen, dan draag je dit gevoel over op je kind. Dat betekent dat je soms het voortouw in dit gesprek moet nemen, voordat je kind iets wil gaan zeggen. Niet afdwingen dus, maar aanvoelen.Las routinematige handelingen in
Breng je je kind bijvoorbeeld voor het eerst naar school en vindt deze dat spannend? Blijf dan bijvoorbeeld na de kennismaking met de juf nog eventjes tien minuten aanwezig te blijven - en herhaal dit de keren erna. Dit geeft je kind de ruimte om te settelen en geeft tevens houvast (= veiligheid) voor de volgende keren.Het allerbelangrijkste: vier verlegenheid!
Onze kids willen zich beschermd en veilig voelen en - surprise - dat begint bij de ouders. Stelt je zoon of dochter zich verlegen op bij een ander? Dan is het mooi als je de bevestiging geeft dat dit helemaal oké is (“Ik snap het hoor lieverd, je kent ‘m nog helemaal niet zo goed. Blijf maar even lekker bij me staan!”). Maak het licht, geef het ruimte en vier het. Grote kans dat je kind later alsnog een stapje naar voren doet. En zo niet? Ook prima! Zijn/haar leven, zijn/haar tempo. Zijn/haar geluk.
GevoelsRijke afsluiter: kinderen die verlegen zijn, zijn niet kapot. Sterker nog: ze zijn sterk, intuïtief én staan dicht bij zichzelf. Het is aan ons als ouders om deze verlegenheid de ruimte te geven - en ons niet te laten verleiden door alle (gedwongen) sociale activiteiten die we om ons heen zien. Sterker nog: als je verlegenheid gaat zien als kracht, dan zul je ervaren dat voor jezelf opkomen niet altijd betekent dat je een stap naar voren zet - maar soms juist een stapje naar achteren. Ter aftasting, ter voorbereiding of ter bescherming. Dus: de volgende keer dat je jouw kind uit die vertrouwde schulp trekt, vraag je dan eens af. Doe ik dit voor mezelf, voor mijn omgeving of voor de persoon om wie het écht gaat: mijn kind? Stof tot nadenken dus - en tegelijkertijd een mooie uitdaging. Doe je met me mee? Op naar een gevoelsRijke generatie!