Minder belonen & straffen = meer bewustzijn, zelfliefde & verbinding
Je kind een (spreekwoordelijke) sticker geven omdat ‘ie zich zo ‘goed’ gedroeg tijdens het bedtijdmoment? Of ‘m juist in de ‘strafhoek’ zetten omdat ‘ie ‘fout’ omging met zijn zusje? Wij doen er niet aan mee. Het afstraffen van negatief gedrag en het belonen van positief gedrag is een manier van conditioneren waarbij je focust op de actie - niet de oorzaak. Want stel: een kind snapt dat deze een sticker krijgt als ‘ie dat ene doet. Is de motivatie dan de sticker of die handeling? Je snapt m’n punt: ik ben team ‘intrinsieke motivatie’. Dé manier om als kind dichterbij jezelf te komen - én te groeien in bewustzijn en zelfstandigheid. En zeg nou zelf, ouder: hoe mooi klinkt dat?
Terug de tijd in: waar komen straffen & belonen vandaan?
Wist je dat het principe van straffen en belonen ontdekt werd via dieren? Ja, echt! Psycholoog B.F. Skinner (1904-1990) had een grote interesse in gedragsbeïnvloeding en ontdekte met simpele proefjes dat hij gedrag van dieren kon ‘sturen’. Wilden de dieren iets te snoepen krijgen? Dan moesten ze eerst op een knop drukken. Je raadt het al: de dieren snapten al snel dat zij via deze truc bij die lekkere snack kwamen. Het indrukken van de knop werd zo verbonden aan het krijgen van een beloning. De keerzijde was wel dat als de omstandigheden niét leuk waren, het gewenste gedrag ook afnam. Via die weg werd dus ook duidelijk dat straffen niet per se handig is - en dat belonen je sneller brengt bij het gewenste effect. Maar vergeet niet: belonen zit aan de voorkant van de medaille - en straffen aan de achterkant van diezelfde medialle. Het is met elkaar verbonden en kan dus niet los van elkaar gezien worden.
Van dieren naar mensen
Of je er fan van bent of niet: het onderzoek van Skinner is een grote inspiratie (geweest) voor verschillende opvoedmethoden. Want: een kind moet grenzen kennen, toch? Weten wie de baas is? En snappen wat ‘goed’ en ‘fout’ is? Laat ik ‘m voor de duidelijkheid eens naar de praktijk trekken. Kijk bijvoorbeeld eens om je heen. Op school, in de supermarkt, in de speeltuin of speelgoedwinkel. Grote kans dat je een enthousiaste moeder hoort roepen: “Goedzo, [naam kind], heel knap van je!”. Of een trotse vader zijn zoon ziet trakteren op een nieuwe speelgoedauto, omdat deze zijn schoolopdracht goed gemaakt heeft. Zoals je weet wil ikzelf wegblijven van termen als ‘goed’ en ‘fout’. Wél heb ik een persoonlijke mening over dit beloningssysteem. Niet alleen maak je een kind afhankelijk van jouw oordeel, ook gaat deze leren dat bepaald gedrag leidt tot een ‘cadeautje’. Of dat verbaal of materialistisch is, dat maakt niet uit. Het principe van straffen en belonen blijft hetzelfde. ‘Goed’ wordt beloond, ‘fout’ krijgt straf. En eerlijk: dat dit principe werkt bij dieren is heel fijn (en handig) - maar gaan we onze kinderen echt vergelijken met de hond van de buren?
Ga je voor gedrag of voor commitment?
Waar belonen op de korte termijn heel goed werkt, lijkt het op de lange termijn juist het tegenovergestelde te doen. Zie het zo: als je iemand beloont, dan zal deze persoon snel(ler) een handeling verrichten. Maar wat nou als er een keer geen beloning is? Is de motivatie er dan nog om die handeling te doen? Hoe zit het met de commitment aan die handeling? Juist: de intrinsieke motivatie om het te willen doen? Onderzoek van Alfie Kohn (auteur van ‘Onvoorwaardelijk Ouderschap’) legt bloot dat beloningen contraproductief zijn. Daarmee bedoelen we dat kinderen die een beloning krijgen als ze iets aardigs doen, zichzelf minder aardig gaan vinden. Waarom? Ze verbinden hun gedrag aan de beloning en niet aan de innerlijke motivatie. Is er geen beloning, dan is de kans groter dat je kan fluiten naar de gewenste actie. Ook bewijst dit onderzoek dat kinderen die gewend zijn aan het krijgen van beloningen, minder snel geneigd zijn om te helpen dan kinderen die nooit beloningen kregen. Precies wat we niét willen bereiken, toch?
Verbale beloning is net zo schadelijk als materiële beloning
Als we het hebben over straffen en belonen, leggen we vaak de link met spullen. Denk aan het geven van een sticker, snoepje of speelgoed dus - of juist het afpakken/niet geven daarvan. Toch hebben verbale beloningen (“Goed zo!”, “Knap hoor!”, “Jij snapt het!”) een soortgelijk effect. De motivatie van de ontvanger verschuift van intern naar extern en komt dus niet meer van binnenuit. Kohn legt uit dat als een kind tijdens een creatieve taak te horen krijgt dat ‘ie het goed gedaan heeft, deze vaak struikelt bij de volgende taak. Psychologen geven hiervoor drie verklaringen:
Een verbale beloning geeft druk om het de volgende keer net zo goed te doen
Het hoofddoel verdwijnt naar de achtergrond, de verbale beloning naar de voorgrond
Een verbale beloning zorgt ervoor dat er minder risico’s worden genomen (‘Want hallo, dat schouderklopje wil ik niet mislopen’)
Kohn vergelijkt het ook wel met iemand die iets aardigs doet, omdat ‘ie weet dat hij er een beloning voor krijgt (‘vissen naar complimentjes’) - of iemand die iets liefs doet, omdat hij een ander oprecht een goed gevoel wil geven. Externe versus interne motivatie dus. En zeg nou zelf: als het om jou kind zou gaan, wat zou je dan prettiger vinden? Ik gok dat ik het antwoord wel weet.
Onderzoek bewijst: meer belonen = minder interesse
We pakken nog even door op onderzoeksresultaten. Niet per se omdat ik mijn punt wil maken (wel fijn natuurlijk ;-)), maar vooral omdat het aan jóu bewijst dat externe beïnvloeding echt schade kan aanrichten. Zo laat een ander onderzoek, benoemd in Kohn’s naslagwerk, zien dat hoe meer mensen beloond worden voor wat ze doen, hoe minder geïnteresseerd ze raken in de handeling die daartoe leidt. Oftewel: beloning van buitenaf gaat ten koste van beloning van binnenuit. Zeker op de lange termijn kan die externe motivatie schadelijk zijn. Want:
iemand kan dan continu spullen, schouderklopjes of complimentjes nodig hebben om 1) actie te ondernemen, 2) zich gewaardeerd te voelen of 3) anderen te helpen.
Leggen we die interne motivatie daar tegenover, dan zal iemand…
1) actie ondernemen omdat ‘ie voelt dat te willen doen, 2) zich gewaardeerd voelen vanuit zélfliefde (niet vanuit externe bevestiging) en 3) anderen helpen omdat ‘ie het fijn vindt om een ander een goed gevoel te geven.
Voorwaardelijk opvoeden kan leiden tot voorwaardelijke zelfliefde
Voorwaardelijk opvoeden, waar belonen en straffen dus onderdeel van is, zorgt ervoor dat je als ouder enthousiasme en liefde toont onder bepaalde voorwaarden. De dingen die jij dus als ‘goed’ labelt - en die door zoon of dochter nageleefd moeten worden. Gaat hij/zij (ongewild) tegen deze stroming in, dan straf je het gedrag af met het achterhouden van waardering. In feite zeg je dus dat dit gedrag ‘fout’ is. Omdat je kind op dat moment even niet gehoorzaamt - of misschien wel gewoon kritisch is (wat in mijn ogen juist mooi is). Kohn schrijft trouwens dat woorden als ‘goed zo’ niet per se slecht zijn, maar dat te veel/onnodig belonen wel slecht kan uitpakken. Die voorwaardelijke goedkeuring kan namelijk leiden tot voorwaardelijke zelfliefde. Denk aan gedachten als:
‘Ik ben alleen een leuk kind als…’
‘Als ik X doe, dan hoor ik erbij’
‘Ik ben alleen de moeite waard als…’
‘Als ik me X gedraag, faal ik’
Gedachten die een kind ongewild meeneemt in zijn ‘koffer’ naar volwassenheid, waardoor er diepgewortelde issues kunnen ontstaan. Denk aan een hoge(re) mate van onzekerheid, afhankelijkheid van anderen en het continu zoeken naar bevestiging. Hoe mooi is het dat je dit als ouder kunt tackelen, door die voorwaarden te skippen - en je liefde, enthousiasme en waardering onvoorwaardelijk te schenken?
Ho, stop: blijf overwinningen zeker vieren!
Mocht je nu denken: ‘het kan toch niet zo zijn dat ik mooie prestaties van mijn kind niet meer mag belonen?’ - Nee, tuurlijk niet! Sterker nog, ik ben een groot voorstander van het vieren van zaken als overwinningen, inspanningen en doorzettingsvermogen. Ik maak dan ook een duidelijk verschil tussen ‘belonen’ en ‘vieren’. Belonen legt de focus op beïnvloeding van gedrag, prestatie en belangstelling. Vieren stelt scherp op verbinden, genieten en het ontwikkelen van positieve waarden. Heeft je kind bijvoorbeeld de Vierdaagse gelopen? Wat een topper! Hup: feestje organiseren! Die inspanning en prestatie verdienen het om beloond gevierd te worden. Je bent in dit geval niet bezig met beïnvloeding, maar met verbinden.
Even terug naar die andere kant van de medaille: straffen dus
Zoals ik eerder omschreef zijn ‘belonen’ en ‘straffen’ met elkaar verbonden. Als je iemand voor iets ‘goeds’ beloont, dan zal een ‘foute’ actie bestraft worden. Je kan dus niet zeggen dat de focus op het een of het ander ligt. Je conditioneert - of je doet het niet. Waar goed is - is fout. In deze blog heb ik het veel over belonen, omdat ik merk dat deze term vaak wordt gebruikt. Gezien de samenhang wil ik echter ook de kanttekeningen van straffen benoemen. En ja: dat zijn indirect dus ook weer kanttekeningen van belonen. Iets met samenhang…
Je kind leert er niet van
Stel, je zet jouw kind tien minuten in een strafhoekje, wat leert deze daar dan van? Je trekt ‘m uit de situatie en isoleert ‘m. Je ontneemt de kans om met de situatie om te gaan, terwijl dat juist precies de manier is om te voelen, snappen en leren. Het gesprek aangaan, zien wat consequenties zijn en stimuleren het op te lossen zijn in mijn ogen een stuk effectiever.Straffen kan je kind onnodig pijn doen
Straffen doe je aan de buitenkant, maar maakt het meeste impact aan de binnenkant. Het kan je kind angstig, onzeker of verdrietig maken. Sommigen zullen zeggen dat dit juist het doel is van straffen, maar ik zeg dat het overkoepelende doel is dat het kind er iets van leert - en niet bang gemaakt wordt. En jawel, dit doe je door begrip te tonen en met áándacht met elkaar in gesprek te gaan. Luísteren dus.Het is machtsmisbruik (ai, die doet pijn, hè?)
De relatie ouder-kind komt met een natuurlijke machtspositie. Dat betekent alleen niet dat je deze altijd maar moet inzetten om je gelijk te halen. Sterker nog: straf je jouw kind, dan geef je deze de boodschap mee dat degene met de meeste macht de baas is. Ook staat het haaks op samenwerken en zelf nadenken - én blokkeer je de ontwikkeling van sociale vaardigheden. Zonde, zonde, zonde!De impact is van korte duur
Weer even terug naar dat strafhoekje. Ja, het voelt op dat moment alsof je het als ouder onder controle hebt, maar weet dat dit voor korte duur is. Hoe ouder je kind wordt, hoe minder macht jij over ‘m hebt. Deze zal minder geven om straf - en extra veel waarde gaan hechten aan beloningen. Mijn advies? Investeer wat minder in straffen en wat meer in het bouwen van een sterke vertrouwensband. Dat is namelijk óók een manier om keuzes te sturen, maar dan een stuk respectvoller en duurzamer.
Stel jezelf de vraag: hoe wil jij dat jouw kind opgroeit?
Wat ik zelf wens voor kinderen? Dat ze in een bepaalde situatie snappen wat er gebeurt (= bewustzijn). Dat ze van binnenuit gemotiveerd zijn om actie te ondernemen (= voelen). Dat ze dichtbij zichzelf staan en leren te vertrouwen op hun eigen gevoel en intuïtie (= zelfstandigheid). En niét dat ze door externe schouderklopjes, cadeautjes of mooie woorden aangestuurd worden om iets op te pakken. Iets wat mijn man en ik onze kinderen proberen mee te geven, zodat zij bijdragen aan die GevoelsRijke generatie waar ik me - elke dag weer - hard voor maak. Als ik de vraag omdraai, hoe zou jij dan antwoord geven op deze kwestie? Wat wens jij voor jouw kinderen? Wat kan jij daarin voor ze betekenen? En waar is winst te behalen? Mooi om over na te denken - en da’s meteen mijn uitdaging aan jou. 🙂
Een grote ode aan onvoorwaardelijk ouderschap!
Eigenlijk is deze blog een hele grote ode aan onvoorwaardelijk ouderschap. Een manier van opvoeden waarin ‘straffen en belonen’ vervangen wordt door ‘voelen en leren’. Een proces waarin geen ruimte is voor ‘goed’ of ‘fout’ - maar juist eindeloos veel ruimte om te groeien. Een manier van duurzaam verbinden, waarin het kind leert te vertrouwen op zichzelf en bouwt aan zijn/haar zelfvertrouwen en bewustzijn. Daarin wil ik wél adviseren om niet krampachtig te worden in alles wat je niét meer zou mogen zeggen. Probeer je alleen wel bewust te zijn van wat je zegt - en het effect daarvan. Niet alleen op de korte termijn, maar dus ook op de lange termijn. Eigenlijk voorál de lange termijn.
Samen sterker: 10 alternatieven voor straffen en belonen
Geef jij - samen met mij - een ode aan onvoorwaardelijk ouderschap? Tof, want samen staan we sterker! Een relatief laagdrempelige manier om daarmee te starten, is om uitspraken als ‘Goed zo!’ en ‘Knap van je!’ eens te vervangen door reacties als ‘Daar ben je vast trots op!’ of ‘Hoe voelde dit voor je?’. Zo leg je de verantwoordelijkheid en het gevoel bij je kind - en niet bij jezelf. Toe aan meer uitdaging? Heb ik voor je! In mijn blog ‘10 alternatieven voor straffen en belonen’ verklap ik meer tips & tricks. Mijn favoriet? ‘Eerst connectie, dan correctie’. Ik zeg: lees, leer en inspireer. Op naar meer verbinding!
GevoelsRijke afsluiter: laten we de wereld eens wat vaker door de bril van onze kids bekijken - en wat minder door onze eigen lens. Wat meer te handelen vanuit oprechte aandacht en eerlijke gesprekken, en wat minder vanuit oordelen en conditionering. Op het moment dat je jouw kind beter leert begrijpen, zul je ook minder de behoefte voelen om te straffen en te belonen. Sterker nog: door deze zaken te skippen, bouw je sterker aan een diepere verbinding, geef je je kind ‘brandstof’ voor zelfliefde én krijgt het Vieren van overwinningen meer waarde. Alleen maar ‘wins’ dus - en daarmee zéker geen straf. ;-)