Kimberley
01/29/2025
0

De schadelijke kant van schermen: over ‘zombiekinderen’, breinpijn en Kijkwijzermisleiding

01/29/2025
0

Onze kinderen zijn verslaafd. Erger nog: wij máken ze verslaafd. Gamen, scrollen, swipen en staren: schermen winnen het anno 2025 van oogcontact. In tien jaar tijd is de schermtijd van kinderen (0-10 jaar) verdubbeld - en er zijn nog veel meer cijfers die deze beweging bevestigen. Waar het om gaat is dat wij hier als ouders een grote verantwoordelijkheid hebben. Wanneer halen we schermen in huis? Welke grenzen stellen we? En welke gewoonten en opvattingen geven we mee? Want: de schadelijke gevolgen - op emotioneel en fysiek vlak - spreken voor zich. Het idee dat je hier als ouder ongewild aan meewerkt, is pijnlijk. Maar ook… een kans om het beter te doen. Wat zeg je ervan: ga je met me mee?


Hoe doen wij dat thuis met schermtijd?

Voordat we in de letterlijk en figuurlijk harde cijfers duiken, wil ik je meenemen in onze schermsituatie thuis. Want: ik kan dan wel ‘expert’ zijn op het gebied van opvoeden, maar ik ben ook ‘gewoon’ mens. Net zoals dat mijn kinderen ‘gewoon’ kinderen zijn. En tsja… de term ‘expert’? Daar valt ook wat over te zeggen. Ik deel en inspireer met zaken waar ik achter sta (en oké: veel gedragspsychologen, onderzoekers en wetenschappers ook ;-)), maar dat betekent niet dat élke ouder voelt wat ik zeg. Toch denk ik dat het gros van de ouders het erover eens is: schermen zijn overal. En kinderen met schermen ook. Mijn man en ik zijn ons hier zeer van bewust en kiezen er daarom bijvoorbeeld voor om de smartphone in ieder geval tot halverwege groep acht te skippen. En deze sowieso niet toe te laten op de slaapkamer of tijdens het eten. Zijn we op het groep-acht-punt aangekomen? Dan overleggen we op dat moment zelf wat we fijn vinden. Aanvoelen en heroverwegen dus. 


2 uur Spongebob vs. 2 uur Klokhuis

Waar we bewust niet voor kiezen, is vaste schermtijden per dag. De inhoud van het programma of de game is namelijk belangrijker én het is per kind verschillend wat wijsheid is als het aankomt op schermtijd. Dit bevestigt ook Peter Nikken, hoogleraar Mediaopvoeding aan de Erasmus School of History. “Twee uur SpongeBob heeft een andere impact dan twee uur Klokhuis. En urenlang schietspellen spelen doet iets anders met je kind dan bijvoorbeeld urenlang een avonturenspel spelen.” Hij vult daarop aan dat het slim is om je niet volledig vast te klampen aan richtlijnen, maar om ook eens te kijken naar andere factoren. Zaken die bepalen of schermtijd voor je kind een positieve of negatieve uitwerking heeft. Denk aan leeftijd en inhoud, maar ook aan persoonskenmerken. Zo raakt een hooggevoelig kind bij schermgebruik sneller overprikkeld. En is je kind onzeker aangelegd, heeft deze een laag zelfbeeld of weinig zelfvertrouwen? Dan kan zo’n scherm een vlucht worden. Denk aan een kind dat naar zijn kamer sprint om te gamen, omdat deze een nare ervaring op school had. 


We wonen niet in China, hè…

Terugkomend op onze thuissituatie: wij bepalen dus zélf de juiste balans voor onze kinderen - en ik raad elke ouder aan dat ook te doen. Er zijn namelijk geen vaste regels voor. Oké, oké: mits je in China woont dan. Daar mogen kinderen en jongeren tot zestien jaar maximaal anderhalf uur per dag gamen. In mijn ogen best krom, als je niet kijkt wat er zich op dat scherm afspeelt. Laten we het dus vooral lekker bij Hollandse nuchterheid houden - en blijven aanvoelen wat past bij onze kinderen. Zij die stuk voor stuk uniek zijn.


Mediagebruik: cijfers aan het woord

Geen mobiele telefoons tot ten minste midden groep acht, een telefoonverbod tijdens het eten en op de slaapkamer na bedtijd, geen vaste schermtijden en controle op de inhoud. Dat is in grote lijnen hoe wij het als ouders doen. Dat we hier kritisch op zijn, is niet gek. De cijfers liegen er namelijk niet om. Conclusie? Wij hebben geen controle over schermen, maar schermen hebben controle over ons. Onderstaande gemiddelde resultaten komen van de website van Nederlands Jeugdinstituut, dat meerdere onderzoeksresultaten met elkaar verbindt.


Mediagebruik 0-6 jaar 

  • Jonge kids besteden 100 minuten per dag aan digitale zaken

  • 68% kijkt televisie

  • 57% gebruikt de tablet

  • 40% gebruikt een smartphone

  • 29% gebruikt game-apparaten

  • Populairste media: Youtube (28 minuten p/d) en tv (22 minuten p/d)


Mediagebruik 7-12 jaar 

  • Oudere kids besteden 3 uur per dag aan tv, computer en games

  • 86% kijkt televisie

  • 76% heeft een smartphone

  • 72% heeft een of meerdere game-apparaten

  • 71% heeft een tablet en/of laptop

  • Populairste media: Youtube + Tiktok (±44 minuten p/d) en gamen (48 minuten p/d)


‘Zombie-kinderen’

Dat het schermgebruik onder (jonge) kinderen een groeiend probleem is, vinden ook babybrein specialist Marion van den Heuvel en kinderpsychiater Theo Compernolle. Sterker nog: ze maken zich grote zorgen. Speciaal voor Kassa, het consumentenplatform voor tv-zender BNN, kwamen zij samen in het onderzoekslaboratorium van Tilburg University. Het doel: onderzoeken wat de impact van de tablet is op het gedrag van peuters. Hiervoor nodigden zij vier ouders en hun peuters uit. Ook deze resultaten liegen er niet om. Zodra de tablet op tafel komt, wordt door elke peuter al het tastbare speelgoed linea recta aan de kant geschoven. In sessie #1 krijgen ze programma’s als Nijntje, Tik Tak en Teletubbies te zien. In sessie #2 komen programma’s als Paw Patrol en Cocomelon op beeld. Het verschil? Bij sessie #1 kunnen ze nog communiceren met hun ouders. Bij sessie #2 reageren ze niet meer op vader of moeder. Van den Heuvel legt uit dat bij sessie #2 de verhaallijnen te complex zijn. Ook wisselen de beelden te snel en heeft het verhaal geen duidelijk einde. “Als je kind niet reageert, dan weet je dat de content te zwaar is”, vult Marion aan. “Hij heeft al zijn hersencapaciteit nodig om dit te kunnen bevatten.” Of zoals de kinderpsychiater het treffend, maar pijnlijk samenvat: “Ze veranderen in een soort zombie-kinderen”. Ai, ai, ai…


“Maar je kan toch ook leren van een schermpje?”

Denk je nu ‘maar er zijn toch ook heel veel educatieve online spelletjes’? Begrijpelijk, want het is waar wat je zegt. Toch moet ik je enthousiasme hierin terugdringen. Van den Heuvel benadrukt namelijk dat kinderen tot drie jaar nauwelijks iets leren van een scherm. Kinderen leren namelijk het meeste van het gebruik van zoveel mogelijk zintuigen. Iets oppakken, iets voelen, iets écht ervaren, iets ruiken. Ze pikken vast wel het een en ander op uit de online educatie, maar het staat niet in verhouding tot bijvoorbeeld buitenspelen of een tastbaar spelletje spelen. Neem bijvoorbeeld het plaatsen van blokken in een blokkentoren. Je hebt een echte en online variant. Doe je dit online, dan zit je stil en ben je niet met je motoriek bezig. Het swipen met een vinger plaatst het blokje in het juiste gat, terwijl bij het échte spel gevoeld wordt welke vorm daadwerkelijk past in welk gat. Je oefent dus met bewegen en werkt daarmee aan je motoriek. 


Veranderende hersenen & schadelijke effecten

Verschillende studies en scans laten zien dat hersenen van kinderen veranderen, als ze langdurig en veel naar schermen staren. Kort door de bocht kun je zeggen dat het brein anders én minder goed functioneert. Compernolle voegt hier wel aan toe dat we niet weten of dit effect blijvend is. En of deze ‘handicap’ met training weer hersteld kan worden. Kijken we naar andere effecten, dan is het wetenschappelijk bewezen dat deze overmatige schermtijd - bij jonge kids - de slaap verstoort, de taalontwikkeling afremt en bijziendheid kan veroorzaken. Ook kan het leiden tot gedragsstoornissen (van hyperactiviteit tot angststoornissen), sociale problemen én concentratiestoornissen. Zoomen we in op de wat oudere doelgroep (tieners+) en kijken we naar socialmediagebruik, dan worden effecten als deze versterkt. Denk aan online pesterijen die leiden tot lage zelfwaardering, het nastreven van ‘perfecte’ plaatjes wat onzekerheid triggert en het delen of zien van ongepaste inhoud = emotionele schade aanwakkeren. Dit specifieke stuk, social media dus, daar valt heel veel over te vertellen. Voer voor een toekomstige blog. 

Troosten met een beeldscherm = breinpijn 

Zeg eens eerlijk: zet jij weleens die iPad of televisie in om je kind stil te krijgen? Grote kans dat het werkt. Je kind stopt met drammen of huilen en je ziet dat de aandacht full focus richting het scherm gaat. ‘Yes’, denk je, ‘deze troostsessie is me gelukt!’. Toch moet ik ook hier weer die vervelende Kimberley uithangen. Het is namelijk maar net hoe je hem bekijkt. Eigenlijk zet je een beeldscherm in als troost tool - en neem je die zorgtaak bij jezelf als ouder weg. Troosten leer je namelijk via interactie - en daarnaast is het ook gezond dat een kind zichzelf leert troosten. Mediapedagoog Marije Langedijk, die mee discussieerde bij Kassa, vertelt ook dat kinderen door al dat schermgebruik sneller een overvol hoofd hebben. Al die schermen geven namelijk onwijs veel prikkels af, waardoor je kind weer overbelast raakt. Een jong kind zal dit in de meeste gevallen laten blijken door drammerig te worden of te gaan huilen. Geef je dan als ouders vervolgens wéér een scherm (lees: nieuwe overload aan prikkels), dan gaat dat brein weer overuren maken. Dat betekent dat je aan de buitenkant een rustig kind ziet, maar er aan de binnenkant juist chaos en onrust gaande is. Ik zeg: reality check.


De verslaving van jouw kind Keihard verdienmodel 

Wat ook schrikbarend is, is dat game- en programmaproducenten er echt álles aan doen om onze kinderen verslaafd te houden. Dit gaat verder dan leuke content maken, maar wordt echt vanuit kwalitatieve onderzoeken doorontwikkeld. Zo geeft Langedijk als voorbeeld dat  de makers van Cocomelon werken met onderzoeksinstellingen. Een groepje kids wordt hierbij in een ruimte gezet, terwijl ze kijkt naar het programma. Zien de onderzoekers tijdens de zorgvuldige observatie dat er een kind afdwaalt? Dan kijken ze wat nodig is om die ogen weer vol op dat scherm te krijgen. Die kennis verwerken ze vervolgens weer in de nieuwe aflevering. Je weet wel: die versie die jóuw kind vervolgens lekker knus op de bank aan het kijken is. Wie hier strijdlustig op inhaakt is Kim van Sparretak, lid van het Europees Parlement. Ook zij maakt zich steeds meer zorgen over (de gevolgen van) schermgebruik onder (jonge) kinderen. Op haar initiatief is er daarom een nieuwe Europese wet in de maak: de Digital Fairness Act. Techbedrijven worden dan verplicht om hun apps minder verslavend te maken. Maar, zegt ze zelf ook, al die bedrijven zullen er alles aan doen om deze wetgeving tegen te gaan. Want: de verslaving van onze kinderen is hun verdienmodel.


Ouders, het is aan ons!

Wachten op deze wet, terwijl onze kinderen ouder worden? Da’s geen oplossing. Sterker nog: al deze producenten bewijzen juíst dat de rol van ons als ouders onmisbaar is. Dat brengt me weer bij het begin van dit artikel: waarin ik aanraad goed te kijken naar de individuele behoeften van je kind - en welke schermtijd én inhoud hierbij past. Ken je kind, maar ook de gevaren van (sociale) mediagebruik. Weet wat deze kijkt, bijvoorbeeld op tv of op de telefoon, maar ook op school en bij vriendjes. Ook ben ik een grote voorstander van het ‘samen sterker’-principe. Hiermee bedoel ik dat je je als ouders met elkaar verenigt, om zo samen iets voor elkaar te kunnen krijgen. Denk aan het elkaar opzoeken in de klas en de zorgen met elkaar delen, om zo met elkáár (= sterker) met een oplossing/voorstel te komen. 


9 x verslavingskenmerken 

Ben je bang dat jouw kind een beeldschermverslaving heeft? Dan is het extra mooi dat je op dit punt aangekomen bent met lezen. Dat betekent namelijk dat je de verantwoordelijkheid voelt om hier iets mee te doen én daarmee de schadelijke gevolgen kan doen laten afnemen/beperken. De Universiteit van Michigan ontwikkelde een ‘beeldschermverslaving checklist’, die je als richtlijn kan gebruiken:


  • Gebrek aan controle: je kind kan beeldschermgebruik moeilijk stoppen

  • Verlies van interesse: de grootste motivator is een beeldscherm

  • Preoccupatie: je kind kan alleen nog maar denken aan online/digitaal actief zijn

  • Psychosociale consequenties: beeldschermactiviteiten tijdens quality time

  • Serieuze problemen in het gezin: woede, niet luisteren, afwezigheid, etc.

  • Terugtrekken: met name als deze niet met schermen bezig mag zijn

  • Tolerantie: je kind wil steeds vaker en langer achter dat scherm zitten

  • Bedrog: het verbergen van of liegen over beeldschermgebruik

  • Vlucht: heeft je kind een slechte dag, dan is het scherm zijn/haar ‘troost’


In de actiestand: samen sterk in mediagebruik

Die confronterende cijfers en de hardnekkige gevolgen: het is best pittig allemaal. Toch is er - zeker op jonge leeftijd - genoeg wat we als ouders kunnen doen. Zo was ik laatst op een ouderavond die in het teken stond van socialmediagebruik, waarvan ik de tips graag met je deel. Aangevuld met eigen adviezen, hoop ik dat het jullie een stapje verder van de schermen - en een stapje dichter bij elkaar brengt. We trappen af…


1. Praat met elkaar 

Wil je weten wat je kind online meemaakt, dan zul je moeten praten. Het is aan jou als ouder om vragen te stellen en betrokkenheid te tonen. Vraag bijvoorbeeld eens wat het leukste filmpje is wat hij/zij gezien heeft. Of juist het stomste wat je kind online heeft meegemaakt. En ohja, welk antwoord je ook krijgt: probeer écht te luisteren zonder te veel te oordelen. Want: hoe meer jij openheid toont (zonder defensieve houding), hoe meer je kind zich veilig voelt om zaken eerlijk met je te delen.


2. Ben samen online

De online wereld: we leven erin. Doen alsof het er niet is of het behandelen als een no go area, is niet de meest slimme aanpak. Maak het, zoals hierboven omschreven, bespreekbaar én doe samen eens iets leuks online. Als jij als ouder een positieve houding laat zien, is de kans groot dat je kind naar jou durft toe te komen als er online iets vervelends is gebeurd. 


3. Stel gezinsgebonden regels op

Zoals eerder gezegd is het per kind afhankelijk welke schermtijdregels passend zijn. Feit is wel dat te lang achter een scherm doorbrengen ongezond is - en dat het vinden van een voor jullie juiste balans dus belangrijk is. Wijzelf zweren dus bij de regel dat er geen telefoons op de slaapkamer mogen - en ook niet tijdens het eten. Zo kan je ook afspraken maken over apps die wel en niet mogen - en datzelfde geldt voor tv-programma’s. Zit je kind op social media? Dan kan je afspreken dat als er iets naars gebeurt, dit met jullie als ouders besproken moet worden. En natuurlijk: dat die oordeelvrije ruimte er is. Altijd.


4. Weet wat je kind kijkt (maar staar je niet blind op de Kijkwijzer)

Op social media, maar ook op televisie en via het internet krijgen kinderen dingen te zien die ze helemaal nog niet horen te zien. Denk aan seksuele filmpjes of gewelddadige foto’s. Kijk op Kijkwijzer (films) en Gamewijzer (games) en oefen samen de icoontjes. Wat betekenen ze, maar vooral: waarom zijn ze er? Overigens wil ik aanvullen dat het goed is om je niet blind te starten op bijvoorbeeld de Kijkwijzer. Weet je nog wat ik vertelde over de programma’s Paw Patrol en Cocomelon? Je weet wel: die programma’s met te complexe verhaallijnen, waarvan deskundigen zeggen dat deze niet bij kinderen van die leeftijd passen? Die zijn dus wél goedgekeurd door de Kijkwijzer. Volg hierin dus ook altijd je eigen, ouderlijke gevoel.


5. Las de 20-20-2 regel in

Ik, maar ook het Oogfonds, roep(t) op om de 20-20-2 regel na te leven. Na twintig minuten dichtbij naar het scherm kijken, moet er een onderbreking van twintig seconden volgen om in de verte te kijken. De laatste twee? Die staat voor twee uur per dag buiten zijn. Yep: zónder schermen. Tip: neem een kijkje op smartphonevrijopgroeien.nl. Een initiatief van en voor ouders, met als missie om kinderen te behoeden voor schade en afleiding door mobieltjes. Een warme community, waarin ouders elkaar vinden en versterken.


6. Laat boze/verdrietige reacties er zijn

Stel je grenzen en reageert je kind met een drift- of huilbui? Laat het er zijn. Het is hartstikke normaal dat je kind deze emoties voelt. Het hoort bij de ontwikkeling en het geeft de boodschap mee dat grenzen gezond zijn. Goed om te onthouden dus, de eerstvolgende keer dat je die iPad afpakt en je kind begint te schreeuwen alsof het einde nadert. ;-)


7. Geef het goede voorbeeld

Ja, ik gooi ‘m er voor de verandering weer een keertje in. Want: zéker jonge kinderen kopiëren het gedrag van ouders. Wij leren hen wat ‘normaal’ is - en zij pakken het over. Laten we profiteren van deze volgzaamheid en zelf het goede voorbeeld geven. Zeg jij tegen je kind dat die telefoon niet tijdens het eten gebruikt mag worden? Doe het dan zelf ook niet. Hebben jullie een geen-iPad-regel op een bepaald moment van de dag? Dan geldt deze ook voor jou. En wil je dat je kind elke dag even buiten is - stap dan zelf ook de deur uit. 


Glimlach! We sluiten af met mijn zoon ‘de nachtbraker’…

Topper, je bent aangekomen bij het einde van deze blog! Applaus voor jou, dat je dit onderwerp serieus neemt en de tijd investeert om erover te leren. De stof is confronterend, maar nodig om te delen. Als ouders zijn we er namelijk niet alleen voor onze kinderen, maar kunnen we ook elkaar een zetje in de goede richting geven. Om tóch een beetje met een glimlach af te sluiten, wil ik je het verhaal vertellen van mijn zoon ‘de nachtbraker’. Hij is dol op gamen en vroeg - toen negen jaar oud - of hij dit eens een hele nacht zou mogen doen. Onder de noemer ‘experiment’ besloten we hem zijn zin te geven. Het was immers schoolvakantie en soms is het best oké om je kind een ongebruikelijk plezier te gunnen, ook al is dit dan eenmalig. Wij als ouders gingen ‘s avonds braaf ons bed in - en onze zoon bleef in actiemodus achter. Of hij het de hele nacht heeft volgehouden? Dat kunnen wij als toen slapende ouders natuurlijk niet met volle zekerheid zeggen. Wél troffen we hem de volgende ochtend nog steeds in volhardende game modus aan. Én ging diezelfde avond zijn nachtlampje al om 18:00 uur uit. Conclusie? Ik denk dat hij het toch echt de hele nacht heeft uitgehouden. En ohja: door op deze manier met onze zoon mee te bewegen, voelt hij zich gehoord én is er meer ruimte om te verbinden. Ook tijdens offline momenten, waar vervolgens weer nieuwe, creatieve offline spellen ontstaan. Ik bedoel: hoe mooi is dat?


GevoelsRijke afsluiter: de generatie waarin jij en ik zijn opgegroeid, is niet te vergelijken met de wereld waar onze kids in opgroeien. Het is belangrijk dat we meebewegen met de tijd, zodat we onze kinderen (leren) begrijpen. Het is wél aan ons om grenzen te stellen binnen de online wereld waarin we leven. Om de gevaren van beeldschermgebruik te kennen, maar ook aan te voelen wat goed is voor je kind. En ach, nu we het toch hebben over het terugdringen van beeldschermgebruik, gooi ik er gelijk een paar mooie boekentips in. De Schermwijzer, Ontketen het brein van je kind en Echt nep. Zo geef je niet alleen het goede voorbeeld aan je kind, maar steek je er zelf ook nog wat van op. Win-win!


Reacties
Categorieën